Op locatie (in het Molenmuseum op de Zaanse schans).
Vanaf maandag 27 oktober 2025 tot en met dinsdag 24 februari 2026 kunnen er twee voorstellingen worden geboekt op zowel de maandagen en de dinsdagen.

Tijden aanvang van de voorstellingen zijn:
9.15 uur en 10.30 uur (voorstelling duurt ongeveer 45 min.)
Er kunnen maximaal 2 groepen (60 bezoekers) bij een voorstelling.
Op een ochtend is er op deze manier de mogelijkheid dat er dan 2 x 2 groepen komen kijken.

Per voorstellingsdag kost entree museum 150 euro en de eerste voorstelling 450 euro, een tweede voorstelling op dezelfde dag kost dan 350 euro

(bedragen van de voorstellingen zijn exclusief 9% btw)

Het boek 'Een klap van de molen' werd in 2003 uitgegeven door Uitgeverij Zwijsen. Inmiddels heeft Hans Kuyper de rechten weer in eigen beheer. Het is mogelijk een nieuwe uitgave te verzorgen, aangepast aan de theatervoorstelling. Daarnaast heeft Kuyper in de Coronatijd het integrale boek voorgelezen. De 11 hoofdstukken zijn in evenzovele filmpjes terug te vinden op YouTube, te beginnen met hoofdstuk 1: Voorleessessies Klap van de molen

De activiteit behelst allereerst natuurlijk een theaterbezoek. Door middel van diverse vormen van poppen- en objectentheater, alsmede muziek, wordt een spannend verhaal verteld waar de kinderen zeker nog lang van zullen nagenieten.

Maar er is meer. Aangezien de voorstellingen worden aangeboden in het Molenmuseum aan de Kalverringdijk, maken de kinderen meteen ook kennis met de molenwereld die de achtergrond van het verhaal is. De harde realiteit van wind en water, kou, hout en zeildoek is daar haast nog tastbaar. En dat geldt ook voor de weg erheen en weer terug, langs de indrukwekkende rij molens aan de waterkant die de 100-jarige Vereniging De Zaansche Molen zo liefdevol beheert.

Die molens vormen het hart van het Zaanse erfgoed, ze zijn er zowel de bakermat als het hoogtepunt van. Om ze voor komende generaties te bewaren, zal de interesse en liefde voor deze vernuftige machines al op jonge leeftijd aangewakkerd moeten worden. Daar biedt een bezoek aan deze voorstelling in het Molenmuseum natuurlijk alle mogelijkheden voor. In een begeleidende lesbrief zullen we de leerkrachten aansporen met hun leerlingen in gesprek te gaan over molens, zowel vóór als na het bezoek aan de voorstelling in het museum. In hoeverre verandert hun kijk op het erfgoed als ze meer weten over het leven en werken in de periode waarin het ontstond? Waarom is het belangrijk dat de molens, als getuigen van de geschiedenis, blijven bestaan? Maar ook concreter: Herkennen ze de molens uit de voorstelling tijdens de wandeling?

Die verdieping kan in de klas nog verder gestalte krijgen door het lezen van het oorspronkelijke boek (bij voorkeur ná het bezoek aan de voorstelling). Het boek is te uitgebreid om in één uur theater te kunnen vangen. Welke delen zijn eruit gelaten? Zijn de leerlingen het eens met die coupures? Wat zouden ze zelf misschien anders hebben gedaan? Voor de bollebozen is het misschien leuk om de historische feiten uit het boek te vergelijken met die in de voorstelling – er zit een kwart eeuw tussen...

Kortom, er zijn veel aanknopingspunten om aan te sluiten bij de diverse leerdoelen, via lezen, drama en muziek totaan geschiedenis en omgevingsonderwijs. Vanuit Vereniging De Zaansche Molen is het van belang dat interesse voor erfgoed, kennis en begrip van de molenwereld, worden overgebracht op een nieuwe generatie, op een manier die aansluit bij hun belevingswereld.

Want hoe zegt Peter Tange, oud-burgemeester van Wormerland en voorzitter van Vereniging Zaans Erfgoed dat ook alweer, in zijn boek ‘Het koffertje van de burgemeester’:

Als je iets weet van de plek waar je woont, ga je er ook een beetje trots op zijn. En als je er een beetje trots op bent – dat is mijn overtuiging – dan houd je het een beetje netjes bij elkaar. Niet alleen waar het de mensen aangaat, maar ook wat betreft de omgeving.